Buitenlandse bedrijven zorgen voor 9 op de 10 Brusselse technologiejobs
Frankrijk is grootste investeerder in Brusselse technologiecluster
Buitenlandse bedrijven zijn goed voor 90 procent van het aantal jobs in de Brusselse technologiebedrijven, zo blijkt uit een analyse van technologiefederatie Agoria. Daarmee is het internationale karakter van Brusselse technologiebedrijven een stuk sterker dan in de rest van het land, waar 6 op de 10 jobs in internationale bedrijven wordt gecreëerd. “Brussel heeft deze internationale investeerders hard nodig als trekker van zijn economie. De overheden hebben na de aanslagen aangekondigd het toeristische imago van onze stad te verbeteren. Dat is zeker nodig, maar evengoed moet Brussel werken aan een sterk internationaal technologisch imago,” zegt Floriane de Kerchove van Agoria Brussel. “Dat betekent onder meer een betere mobiliteit, voldoende geschoold personeel en minder lokale gemeentelijke taksen.” In Brussel verdienen meer dan 30.000 mensen hun brood in een technologiebedrijf. De Brusselse technologiebedrijven dragen jaarlijks 1,4 miljard euro bij aan de schatkist.
In het Brussels gewest hebben zes op de tien technologiebedrijven buitenlandse aandeelhouders. Vaak gaat het om grote internationale groepen die veel werkgelegenheid creëren: in Brussel worden zo zelfs negen op de tien technologiejobs gecreëerd in deze internationale bedrijven. Frankrijk blijft de grootste investeerder in Brussel: één op de vier technologiebedrijven in het gewest heeft een Franse aandeelhouder en deze bedrijven zijn goed voor bijna 40 procent van de totale werkgelegenheid in de Brusselse technologiesector.
Naast Frankrijk zorgen ook Duitse en Zwitserse bedrijven voor heel wat investeringen en werkgelegenheid. Japan en de Verenigde Staten zijn ook belangrijk met respectief 12 en 10 procent van de totale tewerkstelling, maar ook Finland, het Verenigd Koninkrijk en Zweden zijn belangrijke investeerders.
Warm welkom voor internationale bedrijven?
Brussel heeft een paar belangrijke troeven om internationale bedrijven te kunnen aantrekken. “Maar steden en regio’s liggen in concurrentie met elkaar om internationale investeerders aan te trekken,” zegt de Kerchove. “Brussel scoort momenteel niet te best op het vlak van mobiliteit, imago, beschikbaar personeel en lokale fiscaliteit. Dat zijn vier belangrijke elementen die potentiële investeerders kritisch bekijken.”
Om internationale investeerders te overtuigen om in Brussel te investeren, stelt Agoria vier werkpunten voor. De Kerchove: “Ten eerste, zorg voor een aantrekkelijk bedrijfsklimaat. Schaf de gemeentelijke bureautaksen af, want de belasting op bedrijfsruimtes ligt in Brussel drie keer hoger dan in de rand. En versterk het technologisch imago van Brussel met een internationale campagne rond #TechBrussels. Brussel zou onder meer kunnen investeren in technologie voor veiligheid, bijvoorbeeld met publieke (intelligente) camera’s.”
“Het tweede werkpunt is de mobiliteit. De bereikbaarheid van de bedrijfszones moet gegarandeerd worden. Een snelle uitvoering van de nieuwe metrolijn en de lang beloofde indienststelling van het GEN-netwerk zijn daarbij cruciaal. En waarom kunnen er geen gratis openbaar vervoer en overstapparkings worden voorzien tijdens bijvoorbeeld grote (tunnel)werkzaamheden? Zorg ook voor investeringen in smart mobility solutions en zorg voor haalbare parkeerregels van kantoorgebouwen.”
“Een derde werkpunt blijft meer gekwalificeerd personeel,” vervolgt de Kerchove. “Het opleidingsaanbod via sectoriële opleidingspolen voor informatici en technici moet verdubbeld worden. Het vierde en laatste werkpunt is te zorgen voor een ambitieuze innovatiestrategie met katalysatorprogramma’s voor startende én groeiende ondernemingen. Een gezond economisch weefsel is immers een voortdurende uitwisseling tussen kleine en grote bedrijven,” besluit de Kerchove.