‘Hoog tijd om defensie-industrie écht uit het verdomhoekje te halen’
Agoria Vlaanderen vraagt dringende afschaffing richtlijn-Muyters en vlottere exportvergunningen
De recente geopolitieke ontwikkelingen hebben het belang van meer strategische autonomie aangewakkerd. Ook bij de nieuwe Vlaamse regering: in haar regeerakkoord erkent ze defensie als een strategische sector. Toch wil technologiefederatie Agoria Vlaanderen dat er sneller werk gemaakt wordt van de ambities rond de defensie-industrie. “Het besef dat we ook een eigen defensie-industrie nodig hebben om ons te beschermen, groeit gelukkig. Maar er zijn nog veel werkpunten die de groei van Vlaamse bedrijven met defensie-activiteiten in de weg staan. Te starten met belemmerende richtlijnen en stroeve procedures voor exportvergunningen,” zegt Jolyce Demely, algemeen directeur van Agoria Vlaanderen.
Richtlijnen dringend aanpassen aan huidige context
Een belangrijk knelpunt is de richtlijn Van den Brande-Muyters die de steun voor onderzoek en ontwikkeling (O&O) in de defensiesector regelt en voorziet in stappen om toegang te krijgen tot financiering voor onderzoek naar en ontwikkeling van producten met militaire of zogenaamde ‘dual use’ (militaire en civiele, nvdr.) toepassingen. Ondanks een versoepeling in 2018, vormt de richtlijn nog steeds een belemmering voor veel bedrijven en kennisinstellingen. De inhoud ervan is bovendien niet meer aangepast aan de huidige context en de geopolitieke aardverschuivingen van de voorbije 6 jaar. VARIO, de Vlaamse Adviesraad voor Innoveren en Ondernemen, adviseerde onlangs zelfs om de richtlijn volledig af te schaffen. Agoria Vlaanderen roept nu op om dat zo snel mogelijk te doen.
Vlottere exportvergunningen
Van even groot belang is dat bedrijven kunnen rekenen op vlotte exportvergunningen voor hun producten. Het is pas interessant om technologie in Vlaanderen te ontwikkelen als die dankzij export ook schaalvoordeel krijgt. Agoria Vlaanderen pleit daarom voor een efficiëntere en transparante aanvraagprocedure voor dual use-producten, in lijn met en niet strenger dan het Europees kader. Op dezelfde manier vraagt vraagt Agoria Vlaanderen tot slot de afschaffing van de exportvergunningplicht voor militaire goederen die binnen de EU blijven, zoals vandaag al voor goederen met bestemming Nederland het geval is.
Het beleid rond defensie-industrie snel aanpassen zou volgens Agoria Vlaanderen een duidelijk signaal zijn van de Vlaamse regering dat die activiteiten stilaan echt uit de taboesfeer mogen. Met ademruimte voor bedrijven die interesse hebben in defensieactiviteiten zou er meer innovatie kunnen komen in een groeiende markt die aan belang wint. Bovendien zijn er enorm veel voorbeelden waarbij defensie-innovaties - GPS, microgolfovens en duct-tape, om er maar enkele te noemen - alledaagse toepassingen mogelijk maken, en omgekeerd. Ook op dat potentieel zet de huidige wetgeving een rem.
“Het is hoog tijd om defensie opnieuw uit het verdomhoekje te halen en een ambitieus defensie-industriebeleid te voeren. Uiteraard is een wereld zonder conflicten wat iedereen zou willen, maar we mogen niet wegkijken van de geopolitieke realiteit. Onze kritische infrastructuur wordt vandaag al geviseerd. Een nabije, sterk uitgebouwde waardeketen in de defensie-industrie en internationale samenwerking in Europees en NAVO-verband zijn absoluut noodzakelijk. De Vlaamse technologiebedrijven en kennisinstellingen hebben de kennis, expertise en innovatie-ervaring om een belangrijke rol te spelen in de Europese defensie-industrie, net zoals ze dat voor andere technologieën doen. Door de juiste acties te ondernemen kan Vlaanderen in één ruk bijdragen aan onze veiligheid, strategische autonomie en economische groei.”, besluit Jolyce Demely.
Jan Gatz